WAYWARD CLOUD

14,95

Beschikbaarheid: 20 op voorraad

Categorie:

The Wayward Cloud is een bizarre, briljante droef-komisch sciencefiction-pornomusical van de hand van de Taiwanese meester Tsai Ming-liang. Een grootse ode aan de adembenemende, verstikkende liefde.

De films van de Taiwanese regisseur Tsai Ming-liang (Kuching, Maleisië, 1957) laten zich steeds meer bekijken als een lange filmische stroom van levens en gebeurtenissen. Niet dat die film na film logisch op elkaar volgen of een echte voortzetting van eerder aangestipte verhaallijnen zijn. Het is meer dat elke film de apotheose van alle voorgaande is en The Wayward Cloud (vorig jaar drievoudig bekroond op het Filmfestival Berlijn) is het volgende hoogtepunt in de reeks. Letterlijk, want het is een rozerode orgastische uitspatting van de heilige viereenheid liefde, tederheid, seks en pornografie en prikkelend voor onze filmzinnen tot de laatste onthutsende minuten.

Het is overmorgen. Toekomst. Een parallel heden waarin het water schaars is geworden. We zien bekende Tsai Ming-liang-personages als Lee Kang-sheng en Chen Shiang-chyi terug als respectievelijk een pornoster, voor wie water bijna een afrodisiacum is dat net zo kwistig verspild mag worden als zaad en zweet. En we zien een reisgids, die haar dagen vult met het naarstig en niet helemaal legaal verzamelen van flessen mineraalwater. In What Time Is it There? (2001) hebben ze als geliefden afscheid genomen. In The Wayward Cloud vinden ze elkaar terug. Je zou kunnen zeggen dat What Time Is it There? hun liefde op tijd-ruimtelijke manier op de proef stelde en The Wayward Cloud hen in een spiritueel-fysiek continuüm samenbrengt.

Pitspuug
De film is een voortdurend spel van syntheses tussen tegenstellingen. De grauwe alledaagsheid van Tsai’s sombere milieudystopie wordt afgewisseld met frivole musicalintermezzo’s die we ook al kennen uit The Hole (1998). De expliciete seksscènes kennen een tegenpool in de vanzelfsprekend innige band die er tussen de jongen en het meisje bestaat. En al die werelden ontmoeten elkaar in de laatste scène van de film, waarin Lee Kang-sheng en Chen Shiang-chyi ook echt letterlijk samen-komen.

En dan zijn er de watermeloenen, de watermeloenen die zo overvloedig de plaats van drinkwater hebben ingenomen dat ze in de bijna uitgedroogde rivier dobberen, dat er een hele entertainmentcultus is ontstaan met watermeloeneetwedstrijden, pitspuugcompetities, geschenkencultus en watermeloenenporno. De watermeloenen vormen een komisch-tragisch contrapunt voor bijna elke scène in de film.

Ze worden opgeslobberd, uitgeperst, gelikt, bevingerd, geneukt, gebaard. Het hele universum is een gigantische watermeloen. Geliefd, bewonderd, uitgebuit, geperverteerd. En Tsai filmt als de dichter die hij is: stil, frivool, ambigue en vol bevrijdende humor. Hij mag dan wel steeds grappen dat hij een keer een echte komedie of een echte musical wil maken, maar deze bizarre, briljante droef-komisch sciencefiction-pornomusical is beter dan dat. Het is een grootse ode aan de liefde, de oncompromisloze, overweldigende, verstikkende, adembenemende liefde.